dinsdag 26 mei 2015

maandag 4 mei 2015

De illusie van controle

Recentelijk las ik een interessant artikel waaruit duidelijk wordt dat de Nederlander zich steeds meer onveiliger voelt. De auteur stelt dat dit gevoel niet wordt bevestigd door de statistieken die er op dit gebied worden bijgehouden. Hoe is dit verschil tussen ‘het steeds onveiliger voelen’ en de  dalende langetermijntrend van de criminaliteit-statistieken te verklaren?  Volgens de auteur ligt dit aan het tempo waarin de  wereld om ons heen veranderd en de continue stroom aan informatie die ons via het internet, televisie en andere ‘social’ media bereikt. Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat we de situatie niet meer overzien, met als gevolg dat we het gevoel krijgen de grip op onze omgeving kwijt te raken.

Dit verhaal staat volgens mij niet op zichzelf, en kunnen we in een veel groter verband terugzien.  Het vertelt ons namelijk iets over de invloed van ruis, en waarschijnlijk nog veel meer over de illusie van controle. Onze drang naar controle levert een steeds grote berg aan regels, wetten, en protocollen op, maar heeft helaas niet kunnen voorkomen dat bijvoorbeeld een Zuid-Europees EU lid de zaken veel “rooskleuriger rapporteerde” ,  er was sprake van een zeer onevenwichtige situatie waarbij de uitgaven vele malen groter waren dan de inkomsten.  Een ander typisch voorbeeld is het risicomanagement bij banken. Amper drie jaar na het uitbreken van de huizenmarktcrisis bleek opnieuw dat de financiële instellingen elkaar niet meer vertrouwden en enorme hoeveelheden kapitaal ‘veilig’ parkeren bij de ECB.  Je zou toch zeggen dat deze sector na de faillissementen en nationaliseringen van banken na 2008 orde op zaken heeft gesteld.

We doen er alles aan om grip op onze toekomst te krijgen. Dit, ondanks het feit dat de voorspellende waarde van al deze activiteiten vaak dramatisch laag is. “Iets is beter dan niets”, lijkt hierbij het motto. De 'illusie van controle' die we hiermee creëren resulteert echter juist  in nog grotere verrassingen in plaats van meer zekerheid. De wetmatigheden die wij uit planningen en risicomodellen denken te halen zijn derhalve schijnzekerheden die eerder de oorzaak van het probleem vormen dan dat het bijdraagt aan de oplossing. Probeer de toekomst dus niet te voorspellen!

We moeten accepteren dat we in een onzekere wereld leven.  Voorspellen gaat ons slecht af en we laten ons te veel  leiden door de ‘waan van de dag’ omdat we continue in contact staan met de informatieve vorm van ruis. De belangrijkste lessen die ik uit de gesprekken met top traders en beleggers heb opgedaan, is dat de financiële markten altijd veranderen en vanuit deze optiek altijd hetzelfde zullen zijn.

De veranderingen in prijstrends kunnen wij niet beïnvloeden. Als je niet beschikt over een basisstrategie die deze trendveranderingen tijdig signaleert, is de kans dat je succes zult hebben erg klein. Maar beschik je wel over een werkende basisfilosofie dan is het gegeven dat de dingen altijd veranderen juist in je voordeel. Succesvol beleggen en traden heeft niets te maken met het doen van voorspellingen, maar alles met het vermogen je aan te passen. Niet de slimste of de sterkste overleven maar hij of zij die in staat zijn zich aan te passen aan de veranderende omgeving.

dinsdag 14 april 2015

De beste trendstrategieën blinken uit in hun eenvoud


Het Darvas Box Systeem werd ontwikkeld en toegepast door Nicolas Darvas gedurende 1957-1959. De eenvoudige methode zorgt ervoor dat er altijd in de richting van de hoofdtrend wordt gekocht of verkocht.
 
Volgens Darvas gedraagt het koersverloop zich gedurende een opwaartse trend volgens een typisch patroon. Darvas constateerde namelijk dat koersen gedurende korte periode stijgen waarna er veelal een pauze intreedt. De koers fluctueert dan meestal tussen een bepaalde bandbreedte. Het is deze consolidatiefase waarin de Darvas Box zich vormt en wat tevens het startpunt is om posities in te nemen.  De handelsregels zijn als volgt:
 
1.       Koop zodra de koers uit de consolidatie box stijgt. Hierbij geldt dat elke uitbraak uit de consolidatie box een nieuw koopsignaal inhoudt.

2.     Hanteer een strakke stop loss net onder het uitbraakniveau, ofwel wanneer de koers weer terugvalt in de box.  Darvas was van mening dat een uitbraak slechts valide was als de koers verder steeg. Mocht de koers daarna weer uit de box breken dan is dit nieuw koopsignaal.

De originele regels dateren uit 1957. Met zijn boxmethode wist Darvas een initieel vermogen van $25.000 naar $2.000.000 te laten groeien binnen een tijdsbestek van 18 maanden. Een ongelofelijke prestatie, maar hij nam daarbij ook ongelofelijke risico’s. Meestal belegde hij zijn gehele vermogen slechts in een paar aandelen en gebruikte hij ook nog eens margin (hefboom) om zijn posities te vergroten. Gevolg was dat er flinke waarde schommelingen in zijn portefeuille optraden. Desalniettemin incasseerde Darvas relatief kleine verliezen door het gebruik van strakke stop loss!



De 4 weken handelsregel werd ontwikkeld door RichardDonchian en heeft bewezen een zeer effectieve basis te vormen voor veel winstgevende trendvolgende handelssystemen. 
De oorspronkelijke regels als volgt worden samengevat: 

1.       Sluit shortposities en ga long (koop) wanneer de prijs hoger is dan de hoogste slotkoers van de 
        afgelopen 4  kalenderweken.

2.       Liquideer een longpositie en ga short (verkoop) wanneer de prijs onder het diepste slotkoers van de afgelopen 4 kalenderweken valt.

De originele regels dateren uit 1950 en werden door Donchian gebruikt voor trading in ‘commodities’,  maar kunnen net zo goed worden toegepast bij het handelen in aandelen en valuta’s.  Deze strategie zorgt ervoor dat men consequent aan de juiste kant staat van iedere grote beweging in een markt. Echter, de strategie geeft ook een laag percentage van winnende trades wat een rechtstreeks gevolg is van het feit dat de meeste markten maar ongeveer een derde van de tijd een trend laten zien.

dinsdag 17 maart 2015

De transparantie van de Today's Systeemshop

In 2014 waarschuwde De Autoriteit Financiële markten (AFM) voor grote risico’s van signaalaanbieders. Signaal- aanbieders hebben geen vergunningplicht en staan niet onder toezicht van de AFM.  Vaak worden zeer hoge rendementen beloofd en worden er hoge kosten in rekening gebracht. De AFM communiceert  naar beleggers toe zeer voorzichtig te zijn in het opvolgen van tips van zogenoemde signaalaanbieders op internet. Vooral in de Verenigde Staten zijn signaalaanbieders zeer populair, terwijl de opmars in Nederland pas een paar jaar bezig is. Op internet groeit het aanbod van Nederlandse signaalaanbieders, in weerwil van de AFM, echter snel.

Zo blijkt uit de gegevens die te vinden zijn op de systeemshop van Todays Brokers www.systemshop.nl/vind-systeem/.  Inmiddels staan hier de track records van 58 signaalaanbieders. Dit zijn externe privé personen en/of partijen die hun handelswijze of systeem aanbieden aan beleggers. Todays registreert allerlei gegevens van geopende en gesloten posities tot interessante statistieken zoals het aantal winnende en verliesgevende trades en totaal betaalde transactiekosten. Niet alleen over posities maar ook op het gebied van het gelopen risico in de vorm van maximum draw down (MDD) tot standaard deviaties (SD). Volledige transparantie derhalve. Iets waar de meeste banken en vermogensbeheerders een voorbeeld aan zouden kunnen nemen.

Wat opvalt is dat het vooral jonge track records betreft. Alleen al 25 van de 58 aanbieders is nog geen jaar actief, terwijl  13 en 10 van de aanbieders zijn signalen respectievelijk nog geen 2 en 3 jaar aanbieden. Daarnaast zijn er nog 6 partijen die in hun 4e jaar bezig zijn en 3 partijen die meer dan 5 jaar signalen aanbieden.  Het kan er ruig aan toegaan, maximale drawn downs van 50% of veel meer zijn zeer zeker geen uitzondering. En rendementen van 100% of meer trouwens ook niet. Deze grote uitslagen zijn ook het resultaat van een zeer geringe inleg en de enorme hefboom waarmee de aanbieders posities innemen. Het merendeel namelijk, 32 aanbieders, is in de categorie futures ingedeeld en werkt met een startkapitaal van €5.000,- tot €10.000,-. Daarmee roept de systeemshop het beeld op dat beleggen synoniem staat aan het behalen van rendementen met dubbele of driedubbele cijfers in combinatie met het incasseren van forse verliezen die elkaar maandelijks in die volgorde of andersom afwisselen.  Dat zou in mijn optiek anders moeten! Hoe? Door veel meer met partijen te gaan werken die serieuzer werk maken van hun MDD! 

Desalniettemin ben ik van mening dat de systeemshop van Todays een interessante innovatie is, de nodige transparantie biedt die bij andere financiële instellingen zoals banken en vermogensbeheerders anno 2015 nog ver te zoeken is, en om die redenen in een behoefte voorziet!   

dinsdag 2 december 2014

Geduld is een vruchtbare zaak

Ongeveer 18 jaar geleden kocht ik mijn eerste aandelen. Het aandeel Baan werd naar de beurs gebracht en ik kreeg 20 stukken toegewezen. De exacte introductiekoers, nog in Guldens, kan ik mij niet meer herinneren , maar dat het een succes was weet ik nog goed. Binnen een tijdsbestek van 9 maanden verdubbelde mijn inleg en besloot ik mijn winst te nemen, om daarna met lede ogen aan te zien dat de koers vervolgens nog eens vervijfvoudigde. 

De opbrengst uit mijn Baan aandelen investeerde ik  weer in andere aandelen en binnen een aantal jaren had ik, voor een midden twintiger, een niet gering kapitaal bij elkaar verdiend. Ik wist het zeker, binnen 10 jaar zou ik niet meer hoeven te werken. Immers, het waren gouden tijden. Zo bijna alles wat je kocht steeg in waarde en iedereen dacht, inclusief mijzelf, dat beleggen een koud kunstje was.

Dag en nacht was ik met de financiële markten bezig. Anno 2014 werk ik nog steeds en ben ik ook nog altijd actief op de financiële markten, zei het niet meer zo intensief als voorheen. Niet alleen gemeten in het aantal uren, maar ook in het gebruik van de hoeveelheid informatie om tot aan- en verkoopbeslissingen te komen. Met dit laatste zinspeel ik dan op het gebruik van de hoeveelheid indicatoren.

Thans gebruik ik er nog maar 1, toentertijd maar liefst 3 tot 4 onder de koersgrafiek, en ook nog eens 2 indicatoren in de grafiek zelf, op het moment dat ik deze woorden opschrijf moet ik van binnen even lachen. Misschien u ook een beetje! En ook het aantal aan- en verkopen momenten heb ik drastisch teruggebracht. Als het om aandelen of beleggingsfondsen gaat neem ik slechts nog 1 keer per maand een beslissing tot kopen of verkopen. Het gezegde luidt: ‘geduld is een schone zaak’. 

Klopt helemaal, en voor ons beleggers zou ik zelfs het 'schone' voor het 'vruchtbare' willen vervangen.  Ik constateer dat ik gedurende de tijd van subjectief naar objectief,  van veel naar weinig informatie en van een extreem korte tijdshorizon naar een steeds langere horizon ben gegaan. Eveneens heb ik met mijzelf de volgende twee afspraken gemaakt:

1.      Ik koop alleen aandelen of beleggingsfondsen waarvan ik objectief kan bepalen of ze in stijgende
       trend zitten.
2.      Ik verkoop aandelen of beleggingsfondsen, neem winst of verlies, op het moment dat ik objectief
       heb vastgesteld dat deze zich in een dalende trend bevindt.

Meer regels heb ik niet nodig, en wil ik ook niet. Hoe meer regels des te ingewikkelder het wordt. 
De beslissing tot koop- en verkoop neem ik aan de hand van kwantitatief meetbare bronnen zijnde:
1.      Het 200-daags voortschrijdende gemiddelde.
2.      Het 6-maands prijsmomentum.

De 2 componenten heb ik in een eenvoudig model tezamen gebracht dat in aandelen of obligatiefondsen belegd:
1.      De richting van het voortschrijdend gemiddelde bepaalt of ik wel of niet moet beleggen.
2.      De richting van het voortschrijdend gemiddelde bepaalt of ik moet kopen of verkopen.
3.      Indien ik mag kopen dan bepaalt het momentum wat ik moet kopen.
4.      Indien ik niet mag beleggen dan zet ik mijn vermogen tijdelijk op een spaarrekening.

Aandelen blijven favoriete belegging

De rente op toonaangevende tienjarige staatsobligaties van tal van eurolanden zakte afgelopen donderdag tot record lage niveaus als gevolg van speculaties op een uitbreiding van de steunprogramma's van de ECB. De rente op de tienjarige Duitse staatslening, die als het meest veilig geldt, daalde tot 0,71%.

Dat is in ieder geval de laagste stand sinds persbureau Bloomberg in 1989 begon met het bijhouden van de renteontwikkeling. De rente op vergelijkbaar Nederlands staatspapier daalde tot 0,83%. Aan het begin van dit jaar was de Nederlandse rente nog ruim 2,2%. En in de Verenigde Staten is de rente eveneens weer gaan dalen, terwijl de FED een maand geleden nog aankondigde het opkoopprogramma van Amerikaanse staatsleningen volledig af te bouwen.

De ontwikkeling van de rente speelt een zeer belangrijke rol binnen de financiële markten. Uit het verleden is namelijk gebleken dat de obligatiekoersen in de meeste gevallen vooruitlopen op andere belegging categorieën zoals aandelen en commodities. Obligatiekoersen zijn dus een geschikte indicator gebleken voor het voorspellen van periode van economische expansie en krimp. De ontwikkeling van de rente zegt derhalve veel over het toekomstbeeld van een economie.
 
U voelt ‘m al aankomen.  De alsmaar dalende rente in Europa is derhalve eerder een signaal dat de financiële markten verwachten dat de economische activiteit in Europa zal afnemen of in ieder geval niet dusdanig zal gaan toenemen waardoor er een ongezonde inflatie zal gaan optreden. Dezelfde ontwikkeling is ook in de Verenigde Staten gaande, maar met dit verschil dat de Amerikaanse economie tegelijkertijd wel significant weet te groeien, in het laatste kwartaal zelfs ruim boven de 3%. Een groeipercentage waarvan men in Europa alleen maar kan dromen.

Ondanks de geringe economische groei, hebben veel Europese indices tot en met november positieve rendementen gerealiseerd met de Belgische beurs als koploper. Kennelijk is er geen duidelijk verband tussen macro-economische prestaties zoals het Bruto Nationaal Product en de prestaties van de beursgraadmeters. Wat verklaart dan wel de aanzienlijke koersstijgingen van verschillende Europese en vooral ook de Amerikaanse indices?

Antwoord op deze vraag is de beschikbaarheid van goedkoop geld. Zo lenen grote beursgenoteerde bedrijven op dit moment tegen record lage tarieven. Daarnaast heeft de extreem lage rentestand tot gevolg dat de reële rendementen op staatsobligaties in Nederland, Duitsland en in sommige andere gevallen negatief is geworden. Hier profiteren op dit moment andere beleggingscategorieën zoals aandelen en vastgoed van. En gezien de ontwikkelingen op de obligatiemarkten,  zal deze situatie nog wel eens even kunnen aanhouden.  

maandag 31 maart 2014

Onmachtige economische "wetenschappers"

In de zaterdag editie van het Financiële Dagblad stuitte ik op een interessante column van Jaap Koelewijn. Hierin refereert hij aan verschillende onderzoeken van economen die aantonen dat technische analyse in de praktijk niet zou werken. Eén van zijn studenten stelt in zijn dissertatie vast dat technisch analisten heel erg goed het verleden voorspellen, maar niet in staat zijn de markt te verslaan. 

Deze conclusie werd volgens Koelewijn ‘gelukkig’ ook nog eens bevestigd door de economen Hoffmann en Shefrin. In hun onderzoek stellen zij dat vooral oudere mannelijke particuliere beleggers er heel goed in slagen door naar het kijken van grafieken en trekken van lijntjes geld te verbranden.  In een ander onderzoek stelt Rob Bouwer dat traders die op basis van technische analyse beslissingen nemen, te veel handelen en hun verliezen vergroten door te veel risico te nemen.

U zult begrijpen dat ik niet eens ben met deze conclusies. Om meerdere redenen. Allereerst heeft de technische analyse anno 2014 veel meer te bieden dan alleen naar grafieken kijken en daarin lijntjes trekken. Deze klassieke vorm was voor de introductie van de PC, zeg maar zo’n 40 jaar geleden, de methode om de financiële markten op basis van technische analyse te bestuderen. Sindsdien heeft de TA zich verder ontwikkeld in richting het testen van mechanische technische analytische beslissingsregels, zoals het momentum, het new high en new low concept etc. De conclusie dat het kijken naar grafieken en daarin lijntjes trekken gelijk staat aan technische analyse bedrijven is op zijn zacht gezegd ongenuanceerd.  Maar door vervolgens ook nog conclusie te trekken dat Technische Analyse in zijn geheel niet werkt, mag gerust een wetenschappelijke blunder worden genoemd.


In het onderzoek is het beleggersgedrag van 5500 klanten van een internetbroker onderzocht. Dat hier relatief veel korte termijn beleggers actief zijn met een zekere speculatieve inslag, die zeer actief handelen en bovendien vaak met derivaten, zal ook invloed hebben op de resultaten van het onderzoek. Daarentegen zijn er genoeg onderzoeken en gerealiseerde track records die aantonen dat beleggingsprocessen waarin aan- en verkopen zijn gebaseerd op technisch analytische handelsregels juist veel waarde toevoegen. Uit bijna alle interviews die ik in de afgelopen 20 jaar heb afgenomen komt naar voren dat het overgrote deel van de beleggers en traders in het begin van hun carrière zelden of nooit gelijk succesvol waren, maar naarmate men het klappen van de zweep van de financiële markt heeft leren kennen, men het vak zich eigen heeft gemaakt. Ervaring is een minimumvoorwaarde om succesvol te worden, maar voor welk vakgebied is dat eigenlijk niet het geval?


Vorige maand ben ik vergeten te melden dat de 1
e editie van de BTO Multi Asset Trendstrategie Nieuwsbrief 3 jaar geleden voor het eerst werd gepubliceerd. Tijdens deze periode is een samengesteld rendement van 55,7% tegen een maximaal gelopen risico van -11,5% behaald. Abonneehouders van het eerste uur ontvingen derhalve een factor 4,8 hogere vergoeding voor het geaccepteerde risico. Saillant detail: deze prestatie is zuiver tot stand gekomen door het toepassen van mechanische TA beslissingsregels!

dinsdag 4 maart 2014

Misstanden binnen het Midden- en Kleinbedrijf

Als er iets duidelijk is geworden de laatste jaren dan is het wel dat niet de overheid, maar de ondernemers de echte aanjagers van onze economie zijn. Waarom? Bedrijven zorgen voor innovatie, zijn wendbaar, creatiever en veerkrachtiger, creëren kansen en scheppen banen. Dat geldt zowel voor groot-, midden-,als voor het kleinbedrijf/ZZP-ers.

Geef de ondernemer vrij baan zou je zeggen en onze economie zal binnen een mum van tijd herstellen. Niets is minder waar in Nederland op dit moment. Nederlandse bedrijven en dan vooral het midden – en kleinbedrijf zuchten onder een verstikkende bureaucratie aan wet- en regelgeving.

Daarnaast is het voor deze bedrijfscategorie veelal onbegonnen werk om financiering aan te trekken. Een aanvraag indienen lukt misschien nog wel, maar de kredietverstrekkers wijzen deze in de meeste gevallen resoluut af omdat ze de risico’s niet aan kunnen gaan. Alleen het grootbedrijf en multinationals kunnen nog aankloppen voor financiering, terwijl de kleine ondernemer is aangewezen op crowd funding en interne financiering door het inhouden van zijn eigen winst.
Deze misstanden houden de Nederlandse economie al jaren en zijn greep. Welke veranderingen zijn nodig zodat onze ondernemers de economie van Nederland weer kunnen laten groeien. Organiseer nieuwe vormen van kredietverstrekking - zoals de oprichting van een ondernemersbank – waar óók de kleine ondernemer weer terecht kan. Want zonder investering geen innovatie en zeker geen groei.

Durf een onderscheid te maken tussen groot en klein. Laat voor kleine ondernemers minder of minder complexe regels gelden dan voor de grote multinationals. Zet in op langdurige lastenverlichting, vooral voor het kleinbedrijf. Geef van elke euro lastenverlichting twee derde aan kleine bedrijven. Als ondernemers in het kleinbedrijf weerbaar en wendbaar zijn, zorgen zij voor de noodzakelijke banencreatie.

Denk verder na over de oprichting van een ondernemersbank om de kredietverlening onder de €250.000 weer op gang te brengen. Geef verder extra ruimte aan kleine bedrijven: geef twee derde van elke lastenverlichting aan kleine bedrijven, en investeer in het aanpassingsvermogen van bedrijven, dat is het kapitaal van de economie.

zondag 16 februari 2014

Asymmetrische rendementen

Recent werd mij door een lezer van BTO Nieuwsbrief de vraag gesteld of ik ook callopties schreef op de aandelen in de AM Trendportefeuille. Een logische vraag, immers de ontvangen premies van de callopties kunnen de volatiliteit van de aandelenportefeuille verlagen aangezien er compensatie wordt geboden voor de verliezen in de aandelen wanneer deze optreden.

In een zwakke markt ziet het incasseren van optiepremie er net uit als het vinden van geld op straat.
Maar wat zijn de resultaten van het schrijven van callopties op de lange termijn, verhoogt het dan ook het rendement? Niet in bull markten, dat is zeker. Kijk hiervoor bijvoorbeeld eens naar de langjarige grafieken van Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write (PBP) en Madison / Claymore Covered Call (MCN). Beide fondsen hanteren een strategie waarbij er aandelen worden gekocht en callopties worden geschreven.


De blauwe lijn betreft het rendement van het PBP fonds en de rode lijn dat van de S&P500 Index. Sinds 2008 is de performance van Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write -20,6%, terwijl de S&P500 over diezelfde periode een rendement behaalde van +20%, ofwel een gat van bijna 40%.

De blauwe lijn betreft het rendement van het MCN fonds en de rode lijn dat van de S&P500 Index sinds
2 augustus 2004. De outperformance van de S&P500 ten opzichte van de kopen en schrijven strategie over die periode is gigantisch, namelijk (-45,97%,MCN) tegen (+63%, S&P500).

Wat vooral opvalt is dat de index van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven vooral de laatste 3 jaar zijn hielen laat zien en sindsdien het verschil steeds groter wordt. Oorzaak hiervan is ongetwijfeld de extreem lage volatilteit in de aandelenmarkten waardoor de optieschrijver nauwelijks compensatie krijgt voor het schrijven van callopties. Dat zal ook de reden zijn dat het Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write (PBP) fonds de laatste drie jaar slechter is gaan presteren, maar in 2008 tot en met 2010 het beter deed omdat de vega, de factor die grotendeels voor de optieprijzen verantwoordelijk is, destijds in het voordeel van de optieschrijver was en thans in het in nadeel van de verkoper is.

Mede om die reden schrijf ik geen opties op de aandelen in de AM Trendportefeuille. Maar de belangrijkste reden is eigenlijk het gegeven dat de Allocatie Momentum Trendstrategie het moet hebben van de asymmetrische verhouding tussen negatieve en positieve rendementen. In onderstaande grafiek treft u de distributie van deze rendementen gesorteerd van laag naar hoog. In totaal gaat het om 37 geselecteerde aandelen in 2013 waarvan er op dit moment nog 6 in de portefeuille zijn opgenomen. Wat duidelijk zichtbaar is de asymmetrie in de curve in de vorm van kleine verliezen, 14 in totaal, en naar verhouding veel grotere winsten, 23 in totaal. De mediaan van de negatieve rendementen ligt op -2,65% terwijl de mediaan voor de positieve rendementen op 7,19% uitkomt. De mediaan voor de gehele reeks ligt op 2,10%. Door opties op de aandelen te schrijven haal je deze asymmetrie weg en blijft er middelmatigheid over.






 

zondag 3 november 2013

Reminiscences of a Stock Operator

Tijdens mijn zomervakantie in augustus heb ik voor de vijfde of zesde maal, ik ben de tel kwijtgeraakt, het boek van Edwin Lefèvre over het leven van Jesse Livermore gelezen. Dit is een geweldig boek dat je meeneemt in de geest van de deze aandelenspeculant die meerdere fortuinen won en verloor op de beurs in de vroege jaren 1900 tot en met circa 1940. Het boek zit vol met anekdotes, tips en geschiedenislessen. Ook is het rijk aan humoristische aforismen en gezond verstand over aandelenspeculatie, het handelen in grondstoffen. Livermore zat bijvoorbeeld short tijdens de crash van 1929, en maakte tijdens zijn operaties het equivalent in hedendaagse termen van enkele miljarden dollars. De grootste les uit het boek is onmiskenbaar het gegeven dat er in 100 jaar nauwelijks iets veranderd is als het gaat om het ontwikkelen van een handelsstrategie, toepassen van money management regels en de mentaliteit en de competitieve geest van de markt. In mijn ogen is en blijft het een must read voor iedereen die geïnteresseerd is in de markten. Hieronder heb ik meerdere quotes van Jesse Livermore opgetekend die voor mij erg belangrijk zijn geweest.

‘Disregarding the big swing and trying to jump in and out was fatal to me. Nobody can catch all the fluctuations. In a bull market your game is to buy and hold until you believe that the bull market is near its end.... One of the most helpful things that anybody can learn is to give up trying to catch the last eighth -- or the first. These two are the most expensive eighths in the world’

 ‘Losing money is the least of my troubles. I forget it overnight. But being wrong – not taking the loss – that is what does the damage to the pocket book and to the soul’.

‘What beat me was not having brains enough to stick to my own game – that is, to play the market only when I was satisfied that precedents favoured my play. There is the plain fool, who does the wrong thing at all times everywhere, but there is also the Wall Street fool, who thinks he must trade all the time’.

‘Remember that stocks are never too high for you to begin buying or too low to begin selling’.

 ‘The market does not beat them. They beat themselves, because though they have brains they cannot sit tight. Old Turkey was dead right in doing and saying what he did. He had not only the courage of his convictions but also the intelligence and patience to sit tight’.

Marcel Tak neemt Hollandse Hedgefondsen de maat

Niet zo heel lang geleden kopte het FD: ‘Particuliere belegger blijft zich na de crises stoten aan dezelfde steen. Zij zijn slechte beleggers, blijkt uit talrijke onderzoeken. Te emotioneel, te veel transacties, te veel risico, instappen op het hoogtepunt en uitstappen op het dieptepunt. De particuliere belegger maakt zo ongeveer elke fout in het beleggingsboekje. Gevolg: zijn rendement blijft achter – soms ver achter – bij dat van de markt.’  Na het lezen van het artikelen dacht ik: waarom alleen de particulier, volgens mij doen professionele beleggers het niet veel beter. Is het niet zo dat 90% of meer van de professionele beleggingsfondsen de markt niet weten te verslaan. En hoe kan het zijn dat professionele analisten, ofwel mensen die betaald worden om ergens rationeel over na te denken, zich te verdiepen in de materie het als een groep toch slechter doen dan de markt?

Met belangstelling lees ik de laatste tijd de productrecensies van Marcel Tak over verschillende Nederlandse hedge funds. Hierin neemt Tak de verantwoordelijke fondsmanagers de maat op het gebied van de aangeboden informatie, de kosten en de geleverde prestaties.  In oktober waren dat  Frog Fund, HiQ Market Neutral Fund en Fundamental Value, Antaurus Europe Fund, Fonds Bloemendaal en de 4 hedge funds van Inmaxxa die samen het paraplufonds Alpha High Performance vormen.

Deze fondsen zijn opgenomen in De Hollandse Hedge Fund Index die thans uit 27 fondsen zijn opgenomen.  De prestatie van de Hollandse Hedge Fund Index (HHFI) is sinds haar introductie 2009 niet om over naar huis te schrijven. Een magere samengestelde-0,15% over bijna vijf jaar, waarvan de laatste 2 jaar en 9 maanden zelfs -13,18%.  Voor 2013 laat de index een rendement zien van -2,73%, zie ook tabel.  YTD staan er 16 fondsen in de plus met een gemiddeld+5,58% . Wetende dat er per saldo door de 27 fondsen een min van -2,73% is neergezet, betekent dat de resterende 11 fondsen een aanzienlijk negatief rendement hebben gerealiseerd. Gebruik deze link www.iexprofs.nl/productselector/resultaat.aspx?type=2  voor een totaaloverzicht van de individuele fondsprestaties.



Uit de vijf recensies van Tak blijkt dat de fondsen in geen enkel geval de afgegeven rendementdoelstelling halen. Hij  geeft hiervoor ook duidelijk oorzaak aan. De vaste beheerkosten zijn in een aantal gevallen zonder meer zeer hoog te noemen zijn. Zo bedroeg de kosten van Alpha Global Index Trader, inclusief transacties, naar schatting 11% in 2012. Andere fondsen brengen jaarlijks  standaard 2% tot 3% in rekening ter dekking van salarissen, administratie en vergunningkosten. Maar daar blijft het niet bij, daarnaast rekenen deze fondsen ook een performance fee van minimaal 20% en die zelfs kan oplopen tot 30% van de waardegroei.

Naast Marcel Tak heb ik twee van de vijf gerecenseerde fondsmanagers in het verleden zelf geïnterviewd. In februari 2012 uitte ik bij één van hen, Frans Schreiber van het  All Markets Fund, mijn zorgen over de stand van zaken binnen de Nederlandse hedgefonds industrie. 

Ik legde Frans het volgde voor:  het afgelopen jaar heb ik mij verdiept in de Nederlandse hedgefonds industrie. Het lijkt me dat de sector niet uitblinkt in professionaliteit. Hoewel de meeste beheerders hoog opgeleid zijn, constateer ik dat veel fondsen een kwijnend bestaan lijden door het geringe belegd vermogen en dat er zo nu en dan forse verliezen van 20% of meer worden geleden, waardoor men zich mag afvragen of er überhaupt sprake is van het afdekken van risico’s. En deze fondsen maken ook nog eens onderdeel uit van de Nederlandse HFI. De meeste fondsen zijn opgericht vanuit de gedachte ‘we hebben een goed product, dan komt het geld vanzelf wel’. Maar dat laatste blijkt in de praktijk vaak erg tegen te vallen.
Frans: Ik ben wel heel positief over de Nederlandse hedgefonds industrie. Er is een tweetal duidelijk aanwijsbare redenen waarom deze industrie in Nederland nog gering in omvang is. De gemiddelde bestaansduur van veel fondsen is kort en het belegde vermogen te laag. Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen mogen pas beleggen in een fonds als het gedurende langere tijd een goed trackrecord heeft en een bepaalde vermogensomvang heeft. Jammer is dat IMQubator, een project van een groot Nederlands pensioenfonds, van de €250 mln die zij beschikbaar heeft gekregen ter bevordering van de Nederlandse beleggingsindustrie, het vooral zoekt in grote (€25 mln) fondsen. Veel kleinere fondsen zouden gebaat zijn met een feeders capital van zeg €5 mln. Maar ik ben optimistisch, ik zie veel talent en weet dat beleggers managed futures (absoluut rendementfondsen) nodig hebben om een beter rendement-risicoverhouding van hun portefeuille te verkrijgen. De beste presterende beleggers in de wereld, zoals de Endowments van de Amerikaanse universiteiten, hebben maar liefst 25% van hun kapitaal in absoluut ‘return’-fondsen zitten.

De fondsen zijn te klein en moeten groter worden om vermogen toegewezen te krijgen, maar krijgen geen  vermogen toegewezen omdat ze te klein zijn. Dit heeft een nogal hoog ‘kip-en-het-ei-gehalte’.
Frans: Inderdaad.

dinsdag 13 augustus 2013

Harry Geels versus Mischa Peters

Recent ben ik door Harry Geels (Inmaxxa) geïnterviewd voor de website BeursEffecten.

Hoeveel jaar zit je nu in het vak en wat was je beweegreden om de beleggingen in te gaan?
Na afronding van mijn HEAO opleiding ben ik in 1996 als trainee bij een grote Nederlandse bankinstelling gaan werken. Dit gaf mij de mogelijkheid om op verschillende afdelingen ervaring op te doen. In 1997 werkte ik ten tijde van de gouden aandelenjaren anderhalf jaar op de beleggingsafdeling. De hectiek, dynamiek, de verantwoordelijkheid, ik vond het geweldig. Maar ik realiseerde mij al snel dat ik zelf aan de knoppen wilde zitten en geen doorgeefluik wou zijn van modelportefeuilles van het hoofdkantoor.  In 1998 ben ik voor kleine zelfstandige vermogensbeheerder Triple Assets gaan werken. Dit was één van de eerste Nederlandse partijen waarvan het beleggingsproces volledig was gebaseerd op kwantitatieve en technisch analytische methoden. In 2001 heb ik de Amerikaanse opleiding tot gecertificeerd Technisch Analist (CMT) afgerond.

Toen werkte ik inmiddels op de dealingroom van een middelgrote private bank. Al die tijd was ik vaste auteur van het Technische & Kwantitatieve Analyse Magazine en heb ik meer dan veertig beleggingsexperts, analisten, fondsbeheerders en traders geïnterviewd. De beste 25 interviews werden in 2006 gebundeld in het Nederlandse boek 'Market Wizards’. Sinds 2008 ambieer ik geen loon dienstverband meer bij een financiële instelling. Ik beleg alleen nog maar voor eigen rekening op basis van methoden en strategieën die ik in de loop der tijd zelf heb ontwikkeld. In 2011 ben ik gestart met mijn website www.beurstrendsonline.nl, webblog en publicatie van een maandelijkse nieuwsbrief. Dit als reactie op de onzin en onkunde die ik via de verschillende Nederlandse media over beleggen specifiek en over de financiële markten in het algemeen lees en te zien krijg. Via de website, weblog en nieuwsbrieven krijgen abonneehouders toegang tot een viertal robuuste trendstrategieën die hen in staat moet stellen om op succesvolle wijze een vermogen te laten groeien.

Vind je soms dat de media de Nederlandse belegger verkeerd informeren?
Over het algemeen wel ja. Misschien dat maar 5% het lezen of volgen waard is, de rest is eigenlijk slechts ruis dat beleggers op het verkeerde been zet of foutief informeert. Eén en ander wordt natuurlijk versterkt door het feit dat men klakkeloos berichten van elkaar kopieert en plakt. Ik kan mij nog steeds mateloos ergeren aan berichtgeving waarbij beleggen en trading wordt vergeleken met gokken. Aan de andere kant ligt een groot deel van het probleem ook bij de Nederlandse belegger zelf.  Menselijke wezens denken vrijwel nooit voor zichzelf; dat vinden ze ongemakkelijk. Ze zoeken daarom altijd de opvattingen en meningen van anderen, of zoeken een bevestiging van hun eigen visie of positie. Verder neemt hij of zij beslissingen op basis van emoties zoals hebzucht en angst. Combineer deze twee zaken en het mag geen verassing zijn dat we niet uit deze vicieuze cirkel weten te komen.
 


Welk profijt heb je uit de gesprekken met andere beleggers, analisten en fondsmanagers kunnen halen?
Dat veel in de praktijk niet werkt, maar juist ook weer wel. Zoek niet naar de 'heilige graal', want die bestaat niet. Laat ik eerst zeggen wat niet werkt, de ´buy-en-hold-strategie´. Dit is een dekmantel voor de incompetentie van fondsbeheerders en alle andere partijen die er gebruik van maken. Wat ook niet werkt is de klassieke diversificatie op basis van beleggingscategorieën. Concepten die wel werken zijn, het volgen van prijstrends, momentum, diversificatie op basis van belegging- handelsstrategieën, kopen en verkopen op basis van respectievelijk ‘new highs’ en ‘new lows’. En in alle gevallen dien je loyaal te zijn aan je vermogen door het te beschermen zodat wordt voorkomen dat er veel te grote verliezen optreden en een vermogen jaren nodig heeft om hiervan te herstellen.

Ervaring is een minimumvoorwaarde om succesvol te worden. Naarmate men het klappen van de zweep van de financiële markt heeft leren kennen, maakt men zich het vak eigen. Succesvol traden en beleggen is een kwestie van vaardigheid en discipline. Iedereen met een normale intelligentie kan het vak leren. Echter, in dit vakgebied is het veel eenvoudiger om te leren wat je moet doen dan om het daadwerkelijk te doen. De winnende strategieën hebben namelijk de neiging om tegen de normale menselijke emoties in te gaan.

Hoe zien je toekomstplannen eruit?
Binnen een kort tijdsbestek hebben de financiële- en commodity markten hun waarde creërende kant als ook hun enorme destructieve laten zien. Ik denk dan ook dat de afgelopen 17 jaar een uitstekende leerschool zijn geweest voor alle beleggers en traders en voldoende aanknopingspunten bieden voor het ontwikkelen van nog meer robuuste belegging- en handelsstrategieën.

Mijn vak wil ik uiteindelijk gaan toepassen en uitbreiden binnen een beleggingsfonds dat ik zelf of samen met een partner wil gaan oprichten. Een deel van het fondsrendement zal jaarlijks ten gunste komen van onderwijs aan scholieren over de gehele wereld.

Welke informatie wil je graag nog aan je bezoekers meegeven?
Succesvol beleggen en traden heeft niets te maken met het doen van voorspellingen, maar alles met het vermogen je aan te passen. Niet de slimste of de sterkste overleven maar hij of zij die in staat zijn zich aan te passen aan de veranderende omgeving.  Als je niet beschikt over een basisstrategie die deze trendveranderingen tijdig signaleert, is de kans dat je succes zult hebben erg klein.

Maar beschik je wel over een werkende basisfilosofie dan is het gegeven dat de dingen altijd veranderen juist in je voordeel. Luister niet naar te jonge adviseurs, maar juist naar de oude rotten in het vak. Begin klein en registreer je fouten zodat je er iets van leert. Maak gebruik van de trend en leer omgaan met het feit dat je strategie ook wel eens niet werkt. De kennis uit de volgende boeken zal je zeker helpen om beter te worden:

- Reminiscences of a stock operator Jesse Livermore, Edwin Lefèvre
- Market Wizards, interviews with top traders, Jack Schwager
- New Market Wizards, Jack Schwager
- Stock Market Wizards, Jack Schwager
- One good Trade, Mike Bellafiore
- If It Doesn't Go Up, Don't Buy It, Al Thomas
- Misleid door Toeval, Nassim Nicolas Taleb
- De zwarte Zwaan, Nassim Nicolas Taleb
- Antifragiel, Dingen die baat hebben bij Wanorde, Nassim Nicolas Taleb

woensdag 7 augustus 2013

‘Veilige haven’ staatsobligaties is niet meer

De onderlinge relaties tussen verschillende financiële markten zijn van ongekend belang. De prijsontwikkelingen van obligaties, aandelen en grondstoffen zijn duidelijk met elkaar verbonden, en lijken door een voorspelbare opeenvolging van toppen en dalen te gaan die afhankelijk is van de fase waarin deze cyclus zich bevindt. Indien er sprake is van een normale 4 jarige cyclus van economische groei naar stagnatie, dan is het startpunt van een nieuwe groeiperiode veelal het eerst in de obligatiemarkten te herkennen. Obligaties lopen dus vooruit, aandelen volgen als tweede en als laatste zetten de grondstofmarkten hun draai naar boven in.

Althans als er sprake is van een ‘normale cyclus’. In tijden dat de markten door een vertrouwenscrisis gaan en overheden massaal geld gaan creëren door onbeperkt staatsobligaties op te kopen of simpelweg de geldprinter aanzetten,  dan wijst de praktijk uit dat er voor specifieke beleggingscategorieën extreem lange perioden van over- en onderwaardering kunnen optreden. Ofwel, de prijzen bewegen veel langer in een bepaalde richting dan normaal gesproken het geval zou zijn. Gedurende de kredietcrisis in 2011 en 2008 en het leeglopen van de internetbubbel tussen 2000 en 2003, vluchtte er een grote geldstroom uit aandelen naar kortlopende obligaties en veilige staatobligaties van landen als Duitsland, Nederland en de VS. Kijk bijvoorbeeld eens naar de onderstaande grafiek met daarin opgenomen de Amerikaanse, Duitse en Nederlandse 10-jaars rente over een periode van 17 jaar.
 














De langetermijntrend van de rente is duidelijk zichtbaar dalend. Helaas beschik ik niet over meer koersdata anders had ik u nog een langere neerwaartse trend kunnen voorschotelen. Zoomen we verder in over een periode van vier jaar dan zien we in alle drie de gevallen dat de rente weer aan het stijgen is. Met name de Amerikaanse rente heeft recentelijk een flinke koersspurt omhoog gemaakt met als gevolg dat het lange termijn gemiddelde van 60 weken (de rode lijn) eveneens in opwaartse richting is gaan bewegen.















De ‘veilige haven’ van staatsobligaties van deze drie landen is niet meer. Dit ondanks berichtgevingen van Amerikaanse en Europese centrale bankpresidenten dat de opkoopprogramma´s instact blijven. Heeft u enige blootstelling naar deze beleggingscategorie, dan is het raadzaam om deze posities af te bouwen. Belangrijker nog is dat de stijgende rente een signaal richting de andere beleggingscategorieën zoals aandelen en de goederenmarkten afgeeft. De markt verwacht namelijk dat we met een hogere inflatie te maken krijgen. Dit is veelal het smeermiddel voor economische groei, mits deze geldontwaarding natuurlijk binnen normale proporties blijft. En welke beleggingscategorie profiteert het meest van dit scenario?

A. Aandelen.
B. Commidties
C. Kunst
D. Old Timers


Heeft u antwoord A  aangekruist, dan heeft u het juiste antwoord gegeven!