maandag 3 december 2012

Het is zelden gezien, …..althans dat denken we.

De crisis die al in 2007 voor het eerst van zich liet horen is volledig overgeslagen naar de reële economie. Ook Henk en Ingrid (leuke namen, zeker geen politieke voorkeur) voelen 5 jaar na dato de gevolgen van de reddingsoperaties waarmee in eerste instantie de financiële sector werd ‘gered’. Economen hebben echter nog steeds geen idee en politici lijken wederom onmachtig.

De ‘historie herhaalt zichzelf, maar nooit op dezelfde wijze’. In de overtuiging dat dit keer alles anders is vergeten wij helaas dat economische, financiële en politieke spanningen zo oud zijn als de mensheid zelf. Net als de huidige Europese kredietcrisis met bijbehorende ‘bear markt’ voor Nederlandse aandelen, en dat deze, wanneer de beer is uitgeraasd, ook weer zal overgaan in de ‘bull markt’ van die zelfde aandelen. De laatste zin is misschien wat lang, maar is met opzet zo opgesteld om te laten zien dat er sprake is van een cyclus.

Hoe erg het ook op dit moment mag lijken waarschijnlijk hebben we het allemaal al een keer meegemaakt. In dat geval kunnen de onderstaande citaten uit 1987, net nadat de financiële markten door hun hoeven waren gezakt, heel leerzaam zijn. Ook destijds hadden we onze vingers gebrand aan te veel schuld. Na het lezen zult u concluderen dat er anno 2012 weinig is veranderd .

"De markt zendt een eenduidige boodschap aan de president en het Congres om de politieke spelletjes te stoppen en eens te worden over een reductieplan om het federaal tekort terug te brengen." -Representative Dan Rostenkowski, Democraat, 20 oktober 1987-

"Ik liep de straat en ik vroeg me af of ik mensen uit het raam zou zien springen. Dan realiseer je je dat er niets anders is. Maar misschien zullen mensen uit dit alles serieus over echte problemen gaan nadenken, zoals bijvoorbeeld hoe aids te genezen. Misschien haalt het de buitensporige hebzucht uit de zaken voor een tijdje. " -Harold Snedkof, medewerker van de New York Public Libarary, 20 oktober 1987-

"De markt crash van 1987 heeft de meeste economen, wetenschappers en professionele beleggers verrast. Nergens in de klassieke, de op evenwicht gebaseerde, theorie van de markten, en die al zo lang ongeschonden was staat er iets geformuleerd dat zelfs de gebeurtenissen van 1987 zou kunnen voorspellen of beschrijven. Het mislukken van de bestaande theorie laat de mogelijkheden open voor concurrerende theorieën. " -Robert Hagstrom in Beleggen, de laatste liberale kunstvorm -

"Het lenen moeten stoppen. De marktcrash was een schot recht tussen onze ogen, dat ons allemaal heeft wakker doen schudden over het simpele feit dat we niet kunnen blijven speculeren met geleend geld." -Lee Iacocca, Chrysler Corp. bestuursvoorzitter, 20 oktober 1987 -

"Aandelen fluctueren, volgende vraag." -Alan Greenberg, CEO van Bear, Stearns & Co-

"Je leert hoe wij allen met elkaar verbonden zijn en hoe klein we zijn". - Donald Marron, bestuursvoorzitter Paine Webber, 22 oktober 1987-

Ik ben stellig van mening dat niets van wat we er nu op financieel-economisch gebied kan worden gaden geslagen onvermijdelijk is. Het is namelijk allemaal mensenwerk. Maar toch ervaren we het als onvermijdelijk. De oorzaak achter de huidige crisis staart ons op dit moment recht in het gezicht: te veel schulden. En die zullen eerst moeten worden weggewerkt. In 1987 lukte dat 'slechts' binnen enkele jaren. Verwachting is nu dat opruimen langer gaat duren, maar dat we hierin weer zullen slagen daarvan ben ik overtuigd.

Financiële crises, diepe recessies, natuurrampen, oorlogen…… de mensheid heeft het allemaal al een keer moeten ondergaan. En iedere keer zijn we er sterker en beter uitgekomen.  De economieën en kapitaalmarkten van met name de ontwikkelde Westerse landen hebben over de afgelopen 200 jaar enorme veerkracht getoond, en er is geen enkele aanleiding om te twijfelen waarom de huidige malaise niet zal overgaan in een periode van voorspoed.

In tabel 1 wordt dit duidelijk gemaakt aan de hand van de rendementen op Amerikaanse aandelen. Wat deze tabel vooral duidelijk maakt is dat aandelen ruim voor de officiële verklaring 'einde recessie' aan eem stijging beginnen van gemiddeld 27,5%.

Tabellen 2 en 3 laten de lengte van de laatste 13 'bull en bear'markten in de S&P500 zien. Opvallende is het verschil in gemiddelde lengte van deze markten. Een 'bear'markt houdt gemiddelde 21 maanden aan, met een gemiddelde correctie van 40%. Let wel, een gemiddelde is maar een gemiddelde, de periode kan zowel korter als langer duren zoals duidelijk wordt in tabel 2.











































Kijk nu in tabel 3 naar dezelfde gegevens van de laatste 13 ‘Bull’ markten van de S&P500. Deze houden gemiddeld 57 maanden aan, sommige langer en andere weer korter, maar met een gemiddelde stijging van met maar liefst 164%!! Dit betreft dan puur het koersrendement, het dividend is niet meegenomen. Alleen al tijdens de eerste 3 maanden stijgen aandelen gemiddeld 23,1% en na 12 maanden is dit gemiddeld opgelopen naar een indrukwekkende 46,6%.




maandag 26 november 2012

Jaap Koelewijn en Peter Zwag over Trends

In de financiële wetenschap is er geen onderwerp dat zo vaak wordt besproken en onderzocht als de efficiënte markttheorie (EMT). Een van de belangrijkste conclusies van de theorie is dat het onmogelijk is om structureel betere beleggingsresultaten te behalen dan gemiddeld, behalve door geluk. De theorie beredeneerd namelijk dat alle publiekelijk beschikbare informatie op correcte wijze in de beurskoers is verwerkt en dat de mens in alle omstandigheden rationeel handelt. Anders gezegd, de beurskoers reageert direct en op correcte wijze op het laatste nieuws. Alleen nieuwe nieuwsfeiten hebben dan invloed op de beurskoers. En aangezien niemand nieuwe nieuwsfeiten kan voorspellen, is het volstrekt zinloos om bezig te zijn met fundamentele, kwantitatieve en technisch analytische research.

De tegenstanders van de EMT zijn er genoeg. En geef ze eens ongelijk, er zijn immers voldoende bewijzen dat het wel degelijk mogelijk is om structureel betere resultaten te behalen dan de markt. In alle 3 researchgebieden zijn er talloze voorbeelden te vinden van personen die structureel betere resultaten weten te behalen. Vrijwel iedereen kent de performance geschiedenis van de fundamentele beleggers Warren Buffet of een Peter Lynch. En ook in het kamp van de kwantitatieve en technisch analytische beleggers zijn er legio voorbeelden te vinden. Kijk bijvoorbeeld ook eens naar de track records van trendvolgende en kwantitatief ingestelde beleggers op dit blog. Ondanks deze talrijke bewijzen leert de academische wereld haar studenten nog steeds dat markten efficiënt zijn en dat de koersbewegingen niet volgens bepaalde patronen of trends bewegen, en het verleden derhalve niet gebruikt kunnen worden om toekomstige koersbewegingen te voorspellen.

Ongelofelijk maar waar. Ook de academisch geschoolde financiële wetenschappers hebben inmiddels ingezien dat hun standpunt na zoveel empirisch bewijs moeilijk was te verdedigen. Het antwoord vanuit de wetenschap is een verzwakte vorm van de EMT die verwijst naar de afwezigheid van mogelijkheden om buitengewone rendementen te behalen op basis van historische informatie. Dat wil onder andere zeggen dat technische analyse volgens deze opvatting geen buitengewone rendementen kan opleveren. Fundamentele analyse kan echter wel een buitengewoon rendement opleveren, omdat niet alle factoren op de markt alle beschikbare informatie op dezelfde wijze zullen verwerken in hun analyses. Maar ondanks deze ‘beperkte’ inkeer, handhaaft men binnen de klassieke economische wetenschap het standpunt nog steeds dat de mens in veel zaken nog rationeel handelt. Verbazingwekkend.
 
Recent had ik een gesprek in het kader van een interview voor Traders Club Magazine met Prof. Dr. Jaap Koelewijn en Peter Zwag over dit onderwerp. Eerstgenoemde vervulde functies als analist en strateeg bij grote institutionele beleggers zoals Robeco. In 2000 startte hij zijn eigen onderneming Financieel Denkwerk. Thans is hij een veelgevraagd spreker en adviseert hij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen inzake de strategische inrichting van hun beleggingsportefeuille. Dit betreft dan niet alleen de beleggingen zelf, maar ook het balansmanagement en het risicomanagement. Dit is een heel andere benadering van beleggen zoals door de meeste fondsmanagers en particuliere beleggers wordt toegepast.

Peter Zwag daarentegen is een computer ingenieur die als kind van Nederlandse immigranten in Nieuw-Zeeland opgroeide en thans in Australië woont. Via Alpha Global Index Trader (AGIT) handelt hij sinds 2007 met geavanceerde computermodellen, die speciaal voor hem zijn ontwikkeld door de beste systeemprogrammeurs, op meerdere futures markten zoals DAX, Mini S&P, Mini Russell 2000 en de Mini S&P Midcap, commodities en renteproducten. AGIT adviseert eveneens het in Nederland gevestigde Alpha Performance Fund.

Ik vroeg Prof. Dr. Koelewijn het volgende: uw mening is dat de markten op de lange termijn efficiënt zijn en ook in een eerder stadium gaf u tijdens een telefoongesprek aan niet in “markt timing” te geloven. Wat is volgens u de verklaring voor het feit dat er talloze voorbeelden van die ‘markt timing’ toepassen en hiermee in staat blijken te zijn de markt te verslaan gedurende een periode van 25 jaar of langer?
JK: ‘mijn uitspraak ten aanzien van ‘markt timing’ zal ik iets nuanceren. Immers, ook ik pas door het formuleren van een visie een bepaalde vorm van ‘markt timing’ toe. En natuurlijk ken ik de werkwijze en het track record van Transtrend goed omdat deze Commodity Trading Advisor  onderdeel uitmaakt van een van mijn vorige werkgevers. Transtrend heeft het gehele proces volledig gemechaniseerd en belegt volgens bepaalde modellen en algoritmen. Hierdoor worden alle emoties over boord worden gezet. Dit is het grote verschil met beleggen op basis van model en beleggen op basis van een visie. Gezien de beleggingsprestaties van deze CTA moet ik onderkennen dat er blijkbaar altijd trends in de markt zitten waarvan je kunt zeggen dat ‘als ik daarop inspeel, dan kan ik daarvan profiteren’. En er zijn jaren geweest dat circa twee derde van de winst van Robeco op het conto van Transtrend kon worden geschreven. Kennelijk is het rücksichtslos toepassen van deze algoritmen iets dat werkt’.

Vervolgens vroeg ik: u gebruikt woorden als ‘kennelijk en blijkbaar’. Zo te horen bent u nog niet helemaal overtuigd?
JK: ‘op de lange termijn keert alles weer terug naar het gemiddelde en concludeer ik dat de markten ‘mean reversing’ zijn. Desondanks kunnen er op de korte termijn inefficiënties voorkomen die op basis van de modellen zoals die van Transtrend en al die andere CTA’s winstgevend geëxploiteerd kunnen worden, dus na transactiekosten. Maar voor de gewone man die niet over deze kennis en kunde beschikt is het een ander verhaal. Daar zie je dat hij of zij op een gegeven moment altijd weer zijn beslissingen maakt op basis van emoties. Dit maak ik niet alleen regelmatig mee in de dossiers die ik te lezen krijg, maar dit wordt ook bevestigd door een enorme hoeveelheid onderzoek’.

Mijn volgende vraag was: hoe verklaart u de situatie in Japan waar de kapitaalmarktrente al sinds mensenheugenis  tussen 0 en 1% beweegt, terwijl de staatschuld sinds de laatste officiële cijfers  inmiddels 225% van het BBP bedraagt. Als de markten op de lange termijn efficiënt zijn, dan zou je mogen verwachten dat geïnformeerde beleggers een hogere rentevergoeding verlangen, ergo de Japanse rente zou moeten stijgen. Toch ligt de rente op Japanse staatschuld sinds het begin van deze eeuw soms op 0,5% of net iets boven 1%. Hier kan toch geen sprake meer zijn van een korte termijn inefficiëntie?
JK:  ‘de financiële markten kunnen blijkbaar zeer lang inefficiënties vertonen.  Het is door niemand te voorspellen. En ik sluit niet uit dat we in Europa ook met een dergelijk scenario te maken krijgen.  Mijn punt is dat je een visie kunt ontwikkelen, maar je niet weet wanneer je gelijk krijgt, als je überhaupt gelijk krijgt’.

Ook Peter Zwag, een man die zijn brood verdiend met het exploiteren van korte termijntrends,  legde ik een aantal vragen voor:  ‘er is veel bewijs geleverd dat trendvolgend beleggen zeer winstgevend kan zijn. Ondanks deze talrijke bewijzen leert de academische wereld haar studenten nog steeds dat markten efficiënt zijn en dat de koers- bewegingen niet volgens bepaalde patronen of trends bewegen en dat deze bewegingen uit het verleden derhalve niet gebruikt kunnen  worden om toekomstige koersbewegingen te voorspellen’.
PZ: ‘een goede vraag, maar enige verduidelijking is hier noodzakelijk. Laten veel of zelfs de meeste markten geen trends of betrouwbare patronen zien, ergo zijn deze onbetrouwbaar? Waarschijnlijk ben ik het hiermee eens. Laten sommige markten patronen en trends zien die winstgevend geëxploiteerd  kunnen worden?  Hierop is mijn antwoord volledig ja’.

Mijn volgende vraag aan hem was: vorig jaar was het beste jaar sinds de oprichting in 2007 Alpha Global Index Trader, significant beter dan de markten waarin de systemen actief zijn, en elk jaar eindigde sindsdien met een  positief resultaat?
PZ: ‘de sterke punten van AGIT zijn dat ze niet gecorreleerd zijn met vrijwel alles wat de meeste beleggers ooit zullen traden. Nog beter zelfs is dat wanneer traditionele beleggingen verlies lijden of veel volatiliteit hebben, het waarschijnlijk is dat AGIT zeer winstgevend is. Onze systemen lopen tegen problemen op het moment dat  er geen trends zijn en er sprake is van lage volatiliteit. We accepteren echter dat er goede en slechte seizoenen zijn voor ons, de kunst is om te overleven in moeilijke tijden en te groeien in goede tijden’.

Het volledige interview is te lezen in het september nummer van Traders Club Magazine.

 

dinsdag 23 oktober 2012

AM Trendportefeuille: Het aandeel TMC

Gisteren werd  bekendgemaakt dat investeringsmaatschappij Gilde Buy Out Partners €18,75 per aandeel biedt voor TMC. Het aandeel bevindt zich al geruime tijd, sinds begin juli, in de AM Trendportefeuille. Winstnemen of aanhouden is de vraag?

De topman Thijs Manders van TMC geeft het volgende aan: 'na 12 jaar ondernemen en 6 jaar beursnotering' een volgende fase in. 'Ik kijk erg uit naar de komende jaren waarin ik als aandeelhouder en voorzitter van de raad van bestuur direct bij de onderneming betrokken blijf'', aldus Manders'. Het bestuur zal dus meewerken.

Gilde doet zijn bod gestand bij aanmelding van minimaal 95 procent van het aandelenkapitaal en als zich geen materiële nadelige wijzigingen rond TMC voordoen, en ook is goedkeuring van de NMa nodig.

Wat is het oordeel van de markt? Het aandeel handelt +/- 2,5% onder het bod dus zij (ik vind de markt vrouwelijk) is positief. Aan de stijgende prijstrend lijkt vooralsnog een einde te zijn gekomen, tenzij er een biedingsstrijd losbarst natuurlijk, zou leuk zijn. Ik houd de aandelen nog in de AM Trendportefeuille.Tenzij er ergens een spaarrekening te vinden is die meer vergoedt dan 2,5% (zonder valutakoersrisico) de komende maanden. Mocht die rekening er wel zijn, stuur mij dan een mail waar ik die kan openen?



woensdag 15 augustus 2012

Simpele statistiek blijkt betrouwbaarder

De schatting is dat wereldwijd instellingen en individuen ongeveer €52 biljoen bezitten aan diverse soorten investeringen. Het leeuwendeel, bestaande uit ongeveer €49,5 biljoen, is geïnvesteerd in aandelen en in obligaties. De resterende biljoenen (ongeveer 5% van het totaal) is belegt in uiteenlopende vormen zoals hedgefondsen, private equity, onroerend goed, durfkapitaal, goud en zelfs wijn en oldtimers. De risico’s en rendementen van deze beleggingsvormen verschillen enorm. Aan het ene eind van het spectrum zijn er de depositocertificaten die banken uitgeven en waaraan vrijwel geen risico vast zit, maar die ook weinig opleveren. En aan de andere kant van het spectrum staat het durfkapitaal. Durfkapitalisten investeren in veelbelovende jonge bedrijven met de hoop dat deze sterk zullen groeien, en daardoor een grotere marktwaarde zullen krijgen. Dat kan enorm veel winst opleveren, maar de kans op een groot verlies is ook erg hoog.


In de VS bedroeg het rendement op durfkapitaal 37% in 1998 en 225% in 1999, het beste jaar ooit. Slechts 2 jaar later was het verlies -41% en in 2002 -29%. Dit soort bewegingen kunnen je of heel rijk, of je in een recordtijd in het armenhuis doen belanden. Daarbij moet gezegd worden dat het om een korte periode gaat. Om echt iets te kunnen zeggen over de verhouding tussen rendement en risico moet men naar de lange termijn kijken. Historische gegevens over durfkapitaal, althans die lang teruggaan, zijn niet voorhanden. Gegevens over aandelen, obligaties en goud daarentegen wel. 
We nemen de proef op de som en beleggen $40.000 in vier verschillende categorieën: kortlopende staatsobligaties, langlopende staatsobligaties, aandelen en goud. Dit doen we vanaf 1803. Hieronder treft u een tabel met de rendementen na inflatie als u in iedere categorie $10.000 zou hebben belegd. U ziet dat de verschillen gigantisch zijn. En op de zeer lange termijn zijn aandelen de winnaars met een ruime voorsprong. Maar zoals de econoom John Keynes ooit subtiel zei: ‘op de lange termijn gaan we allemaal dood’.


Voor elke categorie geldt dat er lange periodes voorkomen waarin er nauwelijks rendement of zelfs verlies wordt gemaakt. Dit geldt met name voor kortlopende staatsobligaties en het goud waar beleggers na 20 jaar eindelijk weer eens plezier beleven aan hun bezit. Wat echter niet uit de tabel zijn de rendementen op de korte termijn. Die kunnen enorm afwijken van het lange termijn gemiddelde zoals in de nieuwsbrief van februari is gebleken. Market timing kan dus een sleutel zijn tot succes op de korte termijn. Maar niemand weet wat de markt op de korte termijn zal gaan doen. De deskundigen weten zelfs niet wanneer langdurige periodes van terugval, nulgroei en sterke groei optreden. De verklaring volgt meestal achteraf, en er is geen bewijs dat ook maar iemand consequent omslagpunten en kortetermijntrends kan voorspellen.

 
Toch staan de media dagelijks vol van de voorspellingen door beursgoeroes en beleggingsexperts. Als intellectuele oefening is dit te prijzen, en wanneer je het geld van anderen beheert is deze aanpak tot op zekere zin te begrijpen. Maar vanuit een praktisch oogpunt is het eerder sterk af te raden. Immers, geen van de experts voorspelde zwarte dinsdag in 1987, de technologiezeepbel, de huizenmarkt- en kredietcrisis en het ineenstorten van de bankwereld. Ook zijn er aantoonbare bewijzen dat 90%-95% van de actief beheerde aandelen beleggingsfondsen het slechter doet dan een eenvoudige buy and hold belegging in aandelen. En ook op het gebied van professioneel beheer van obligaties  doen de experts het gemiddeld 1% tot 1,7% slechter dan de markt. Valt er dan helemaal geen voordeel te behalen?  Gedegen onderzoek heeft aangetoond dat deze vraag met nee beantwoord kan worden.

 
Het onderzoekproject in kwestie was in de zeventiger jaren van de vorige eeuw opgezet om de superioriteit van de nieuwste statistische technieken aan te tonen. Hiervoor werden 111 verschillende tijdsreeksen geanalyseerd en op grond waarvan voorspellingen gedaan werden.  Elke tijdsreeks werd in tweeën verdeeld: de vroegere en de latere gegevens. Ze deden net alsof het latere deel nog niet had plaatsgevonden en lieten vervolgens verschillende statische technieken, zowel simpele als geavanceerde, los op de vroegere gegevens. Deze vroegere gegevens behandelden ze  als ‘het verleden’ en vervolgens gebruikten ze elk van de technieken om ‘de toekomst’ te voorspellen. Daarna vergeleken ze hun voorspellingen met wat er in feit was gebeurd. En wat schetst onze verbazing?

 
De simpele technieken bleken nauwkeuriger te zijn dan de geavanceerde ‘state of the art’ methoden. En van de simpele methoden die bekendstaat als enkelvoudige exponentiële effening, ofwel een exponentieel voortschrijdend gemiddelde,  bleek één van de meest accurate. In 61,8% bleek die methode nauwkeuriger te zijn dan de Box-Jenkins-methode die destijds als het neusje van de zalm op het gebied van voorspellende technologie te boek stond. De wetenschappelijke tijdschriften uit die periode hadden bewezen dat de Box-Jenkins-methode nauwkeuriger was dan de grote econometrische modellen waarbij voorspellingen waren gebaseerd op honderden vergelijkingen en indrukwekkende hoeveelheden bewijsmateriaal. En dus was de enkelvoudige exponentiële effening ook nauwkeuriger dan de grootschalige econometrische modellen. Aanvankelijk waren de onderzoekers zo verbaasd over hun bevindingen dat ze dachten dat ze een fout hadden gemaakt. Ze controleerden hun eigen rekenwerk, maar konden geen fout vinden.

 
De wetenschappelijke wereld stond op zijn kop, en probeerde op allerlei manieren het onderzoek onderuit te schoffelen. De onderzoekers lieten zich niet uit het veld slaan en probeerden te bewijzen dat hun critici ongelijk hadden. Deze keer verzamelden zij nog meer reeksen met gegevens (1000 in totaal), op grond waarvan zij voorspellingen deden. De gegevens kwamen uit het bedrijfsleven, economie en de financiële wereld. Net als bij het vorige onderzoek werden de reeksen in tweeën verdeeld, het eerste deel om voorspellingsmethoden te ontwikkelen en het tweede deel om de nauwkeurigheid van deze methodes te meten. Dit keer lieten ze echter veertien gerenommeerde experts uit de wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven de nauwkeurigheid van zeventien statistische methodes bepalen. U raadt het al: de bevindingen waren precies hetzelfde als bij het vorige onderzoek. Dit was in 1982. Sindsdien hebben de onderzoekers nog twee keer het onderzoek herhaald. Het laatste werd in 2000 gepubliceerd aan de hand van 3000 economische reeksen en met een grotere groep van experts. De hoofdconclusie die 30 jaar eerder werd getrokken bleef overeind staan en die luidt als het om voorspellen gaat gebruik dan altijd het KISS principe: Keep It Simple, Statisticus!