zondag 3 november 2013

Reminiscences of a Stock Operator

Tijdens mijn zomervakantie in augustus heb ik voor de vijfde of zesde maal, ik ben de tel kwijtgeraakt, het boek van Edwin Lefèvre over het leven van Jesse Livermore gelezen. Dit is een geweldig boek dat je meeneemt in de geest van de deze aandelenspeculant die meerdere fortuinen won en verloor op de beurs in de vroege jaren 1900 tot en met circa 1940. Het boek zit vol met anekdotes, tips en geschiedenislessen. Ook is het rijk aan humoristische aforismen en gezond verstand over aandelenspeculatie, het handelen in grondstoffen. Livermore zat bijvoorbeeld short tijdens de crash van 1929, en maakte tijdens zijn operaties het equivalent in hedendaagse termen van enkele miljarden dollars. De grootste les uit het boek is onmiskenbaar het gegeven dat er in 100 jaar nauwelijks iets veranderd is als het gaat om het ontwikkelen van een handelsstrategie, toepassen van money management regels en de mentaliteit en de competitieve geest van de markt. In mijn ogen is en blijft het een must read voor iedereen die geïnteresseerd is in de markten. Hieronder heb ik meerdere quotes van Jesse Livermore opgetekend die voor mij erg belangrijk zijn geweest.

‘Disregarding the big swing and trying to jump in and out was fatal to me. Nobody can catch all the fluctuations. In a bull market your game is to buy and hold until you believe that the bull market is near its end.... One of the most helpful things that anybody can learn is to give up trying to catch the last eighth -- or the first. These two are the most expensive eighths in the world’

 ‘Losing money is the least of my troubles. I forget it overnight. But being wrong – not taking the loss – that is what does the damage to the pocket book and to the soul’.

‘What beat me was not having brains enough to stick to my own game – that is, to play the market only when I was satisfied that precedents favoured my play. There is the plain fool, who does the wrong thing at all times everywhere, but there is also the Wall Street fool, who thinks he must trade all the time’.

‘Remember that stocks are never too high for you to begin buying or too low to begin selling’.

 ‘The market does not beat them. They beat themselves, because though they have brains they cannot sit tight. Old Turkey was dead right in doing and saying what he did. He had not only the courage of his convictions but also the intelligence and patience to sit tight’.

Marcel Tak neemt Hollandse Hedgefondsen de maat

Niet zo heel lang geleden kopte het FD: ‘Particuliere belegger blijft zich na de crises stoten aan dezelfde steen. Zij zijn slechte beleggers, blijkt uit talrijke onderzoeken. Te emotioneel, te veel transacties, te veel risico, instappen op het hoogtepunt en uitstappen op het dieptepunt. De particuliere belegger maakt zo ongeveer elke fout in het beleggingsboekje. Gevolg: zijn rendement blijft achter – soms ver achter – bij dat van de markt.’  Na het lezen van het artikelen dacht ik: waarom alleen de particulier, volgens mij doen professionele beleggers het niet veel beter. Is het niet zo dat 90% of meer van de professionele beleggingsfondsen de markt niet weten te verslaan. En hoe kan het zijn dat professionele analisten, ofwel mensen die betaald worden om ergens rationeel over na te denken, zich te verdiepen in de materie het als een groep toch slechter doen dan de markt?

Met belangstelling lees ik de laatste tijd de productrecensies van Marcel Tak over verschillende Nederlandse hedge funds. Hierin neemt Tak de verantwoordelijke fondsmanagers de maat op het gebied van de aangeboden informatie, de kosten en de geleverde prestaties.  In oktober waren dat  Frog Fund, HiQ Market Neutral Fund en Fundamental Value, Antaurus Europe Fund, Fonds Bloemendaal en de 4 hedge funds van Inmaxxa die samen het paraplufonds Alpha High Performance vormen.

Deze fondsen zijn opgenomen in De Hollandse Hedge Fund Index die thans uit 27 fondsen zijn opgenomen.  De prestatie van de Hollandse Hedge Fund Index (HHFI) is sinds haar introductie 2009 niet om over naar huis te schrijven. Een magere samengestelde-0,15% over bijna vijf jaar, waarvan de laatste 2 jaar en 9 maanden zelfs -13,18%.  Voor 2013 laat de index een rendement zien van -2,73%, zie ook tabel.  YTD staan er 16 fondsen in de plus met een gemiddeld+5,58% . Wetende dat er per saldo door de 27 fondsen een min van -2,73% is neergezet, betekent dat de resterende 11 fondsen een aanzienlijk negatief rendement hebben gerealiseerd. Gebruik deze link www.iexprofs.nl/productselector/resultaat.aspx?type=2  voor een totaaloverzicht van de individuele fondsprestaties.



Uit de vijf recensies van Tak blijkt dat de fondsen in geen enkel geval de afgegeven rendementdoelstelling halen. Hij  geeft hiervoor ook duidelijk oorzaak aan. De vaste beheerkosten zijn in een aantal gevallen zonder meer zeer hoog te noemen zijn. Zo bedroeg de kosten van Alpha Global Index Trader, inclusief transacties, naar schatting 11% in 2012. Andere fondsen brengen jaarlijks  standaard 2% tot 3% in rekening ter dekking van salarissen, administratie en vergunningkosten. Maar daar blijft het niet bij, daarnaast rekenen deze fondsen ook een performance fee van minimaal 20% en die zelfs kan oplopen tot 30% van de waardegroei.

Naast Marcel Tak heb ik twee van de vijf gerecenseerde fondsmanagers in het verleden zelf geïnterviewd. In februari 2012 uitte ik bij één van hen, Frans Schreiber van het  All Markets Fund, mijn zorgen over de stand van zaken binnen de Nederlandse hedgefonds industrie. 

Ik legde Frans het volgde voor:  het afgelopen jaar heb ik mij verdiept in de Nederlandse hedgefonds industrie. Het lijkt me dat de sector niet uitblinkt in professionaliteit. Hoewel de meeste beheerders hoog opgeleid zijn, constateer ik dat veel fondsen een kwijnend bestaan lijden door het geringe belegd vermogen en dat er zo nu en dan forse verliezen van 20% of meer worden geleden, waardoor men zich mag afvragen of er überhaupt sprake is van het afdekken van risico’s. En deze fondsen maken ook nog eens onderdeel uit van de Nederlandse HFI. De meeste fondsen zijn opgericht vanuit de gedachte ‘we hebben een goed product, dan komt het geld vanzelf wel’. Maar dat laatste blijkt in de praktijk vaak erg tegen te vallen.
Frans: Ik ben wel heel positief over de Nederlandse hedgefonds industrie. Er is een tweetal duidelijk aanwijsbare redenen waarom deze industrie in Nederland nog gering in omvang is. De gemiddelde bestaansduur van veel fondsen is kort en het belegde vermogen te laag. Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen mogen pas beleggen in een fonds als het gedurende langere tijd een goed trackrecord heeft en een bepaalde vermogensomvang heeft. Jammer is dat IMQubator, een project van een groot Nederlands pensioenfonds, van de €250 mln die zij beschikbaar heeft gekregen ter bevordering van de Nederlandse beleggingsindustrie, het vooral zoekt in grote (€25 mln) fondsen. Veel kleinere fondsen zouden gebaat zijn met een feeders capital van zeg €5 mln. Maar ik ben optimistisch, ik zie veel talent en weet dat beleggers managed futures (absoluut rendementfondsen) nodig hebben om een beter rendement-risicoverhouding van hun portefeuille te verkrijgen. De beste presterende beleggers in de wereld, zoals de Endowments van de Amerikaanse universiteiten, hebben maar liefst 25% van hun kapitaal in absoluut ‘return’-fondsen zitten.

De fondsen zijn te klein en moeten groter worden om vermogen toegewezen te krijgen, maar krijgen geen  vermogen toegewezen omdat ze te klein zijn. Dit heeft een nogal hoog ‘kip-en-het-ei-gehalte’.
Frans: Inderdaad.