zondag 16 februari 2014

Asymmetrische rendementen

Recent werd mij door een lezer van BTO Nieuwsbrief de vraag gesteld of ik ook callopties schreef op de aandelen in de AM Trendportefeuille. Een logische vraag, immers de ontvangen premies van de callopties kunnen de volatiliteit van de aandelenportefeuille verlagen aangezien er compensatie wordt geboden voor de verliezen in de aandelen wanneer deze optreden.

In een zwakke markt ziet het incasseren van optiepremie er net uit als het vinden van geld op straat.
Maar wat zijn de resultaten van het schrijven van callopties op de lange termijn, verhoogt het dan ook het rendement? Niet in bull markten, dat is zeker. Kijk hiervoor bijvoorbeeld eens naar de langjarige grafieken van Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write (PBP) en Madison / Claymore Covered Call (MCN). Beide fondsen hanteren een strategie waarbij er aandelen worden gekocht en callopties worden geschreven.


De blauwe lijn betreft het rendement van het PBP fonds en de rode lijn dat van de S&P500 Index. Sinds 2008 is de performance van Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write -20,6%, terwijl de S&P500 over diezelfde periode een rendement behaalde van +20%, ofwel een gat van bijna 40%.

De blauwe lijn betreft het rendement van het MCN fonds en de rode lijn dat van de S&P500 Index sinds
2 augustus 2004. De outperformance van de S&P500 ten opzichte van de kopen en schrijven strategie over die periode is gigantisch, namelijk (-45,97%,MCN) tegen (+63%, S&P500).

Wat vooral opvalt is dat de index van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven vooral de laatste 3 jaar zijn hielen laat zien en sindsdien het verschil steeds groter wordt. Oorzaak hiervan is ongetwijfeld de extreem lage volatilteit in de aandelenmarkten waardoor de optieschrijver nauwelijks compensatie krijgt voor het schrijven van callopties. Dat zal ook de reden zijn dat het Invesco Powershares S&P 500 Buy- Write (PBP) fonds de laatste drie jaar slechter is gaan presteren, maar in 2008 tot en met 2010 het beter deed omdat de vega, de factor die grotendeels voor de optieprijzen verantwoordelijk is, destijds in het voordeel van de optieschrijver was en thans in het in nadeel van de verkoper is.

Mede om die reden schrijf ik geen opties op de aandelen in de AM Trendportefeuille. Maar de belangrijkste reden is eigenlijk het gegeven dat de Allocatie Momentum Trendstrategie het moet hebben van de asymmetrische verhouding tussen negatieve en positieve rendementen. In onderstaande grafiek treft u de distributie van deze rendementen gesorteerd van laag naar hoog. In totaal gaat het om 37 geselecteerde aandelen in 2013 waarvan er op dit moment nog 6 in de portefeuille zijn opgenomen. Wat duidelijk zichtbaar is de asymmetrie in de curve in de vorm van kleine verliezen, 14 in totaal, en naar verhouding veel grotere winsten, 23 in totaal. De mediaan van de negatieve rendementen ligt op -2,65% terwijl de mediaan voor de positieve rendementen op 7,19% uitkomt. De mediaan voor de gehele reeks ligt op 2,10%. Door opties op de aandelen te schrijven haal je deze asymmetrie weg en blijft er middelmatigheid over.